-
1 enorgueillir
-
2 piquer
piquer [piekee]1 plotseling dalen ⇒ plotseling vallen, duiken2 wegstuiven ⇒ recht afgaan (op), aanrijden (op), afvliegen (op)♦voorbeelden:piquer du nez • voorovertuimelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 een injectie, prik geven ⇒ inenten3 prikkelen ⇒ prikken, irriteren, bijten5 aantasten ⇒ vlekken maken op, bespikkelen6 prikkelen ⇒ opwekken, gaande maken♦voorbeelden:2 faire piquer son chat • zijn kat een spuitje laten geven, laten afmaken3 ça me pique • dat steekt me, dat hindert mevent qui pique • snijdende windpiquer à la machine • op de machine stikken6 piquer qn. au vif • iemand diep krenken, beledigenpiquer un galop, un cent mètres • het op een drafje zetten, een sprintje trekkenpiquer un petit somme • een tukje doen¶ piquer une tête • duiken, een duik nemenpiquer des deux (éperons) • zijn paard de sporen geven3 plekjes gaan vertonen ⇒ vlekken krijgen, schimmelplekken gaan vertonen♦voorbeelden:2 il se pique • hij is verslaafd, hij spuitv1) plotseling vallen, duiken3) steken, prikken5) bijten, prikkelen7) bespikkelen8) opwekken10) jatten -
3 mérite
mérite [meeriet]〈m.〉♦voorbeelden:se faire un mérite de • prat gaan oppas sans mérite • niet onverdienstelijkm1) verdienste3) nut, voordeel -
4 vanter
vanter [vãtee]1 roemen ⇒ (aan)prijzen, ophemelen1 zich beroemen (op) ⇒ opscheppen (over), prat gaan (op)♦voorbeelden:sans me vanter • al zeg ik het zelfil n'y a pas de quoi se vanter • dat is niet iets om trots op te zijnv( se vanter (de)) opscheppen (over) -
5 prévaloir
prévaloir [preevaalwaar]1 de overhand hebben (op) ⇒ zegevieren (over), doorslaggevend zijn♦voorbeelden: -
6 se faire un mérite de
se faire un mérite de -
7 targuer
-
8 s'enorgueillir de qc.
s'enorgueillir de qc.
См. также в других словарях:
Stolz — sein auf (über) etwas: voll berechtigter Freude und Genugtuung über etwas gut Gelungenes, Anerkennenswertes sein, ein gesteigertes Selbstgefühl dadurch besitzen.{{ppd}} Stolz sein auf jemanden: seine Hoffnungen und Erwartungen durch jemanden,… … Das Wörterbuch der Idiome
stolz — sein auf (über) etwas: voll berechtigter Freude und Genugtuung über etwas gut Gelungenes, Anerkennenswertes sein, ein gesteigertes Selbstgefühl dadurch besitzen.{{ppd}} Stolz sein auf jemanden: seine Hoffnungen und Erwartungen durch jemanden,… … Das Wörterbuch der Idiome